Cookie beleid Odin59

De website van Odin59 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Jaren '90

Jaren '90

De jaren '60 De jaren '70 De jaren '80 De jaren '90 De jaren '00


De jaren ’90, sportieve ambities

Een aantal zaken was meer gestructureerd, er was een voetbaltechnisch beleidsplan ontwikkeld en er was een nieuw trainingsveld gerealiseerd.
Eind jaren ’80 werd wel merkbaar dat het steeds moeilijker werd om mensen te vinden die zich voor de club wilden inzetten. Ook de leegloop bij de oudere jeugd was een grote zorg. Zou dat de uitdaging voor de jaren ’90 worden?
Jarenlang was er binnen de KNVB een discussie over een herstructurering, de afdelingen moesten opgaan in districten. Dit werd met ingang van het seizoen ’96-’97 van kracht. Er was vanaf dit moment geen sprake meer van afdelingen, maar van districten. Afdelingsvoetbal bestond niet meer. Iedereen, op elk  niveau, speelde voortaan in de KNVB. In het geval van ODIN ’59 in het district West I, feitelijk de voormalige afdeling Noord-Holland.
Had men zich in de jaren ’60 sterk gemaakt om indeling in Noord-Holland te voorkomen, maar bij Haarlem ingedeeld te worden, nu was men blij naar Noord-Holland te mogen!
 
Ondanks alle ambities om de club op hoger niveau te krijgen, bleef het eerste team in de derde klasse meedraaien. Af en toe deelname aan de nacompetitie, maar promotie zat er niet in. Wel een bijzondere degradatie. In ’96 degradeerde de ploeg uit de derde klasse, maar door het invoeren van de Hoofdklasse veranderde de nummering van de onderliggende klassen en zo bleef ODIN ’59 derde-klasser.
Positief was dat door de inzet van enkele mensen het aantal jeugdteams, meestal goed gesponsord, weer groeide en er ook diverse teams kampioen werden.
 
In januari 1997 startte men binnen het bestuur een discussie over de toekomst van ODIN ’59. Tal van zaken kwamen aan de orde. Wat betekende de komst van de Broekpolder voor de vereniging? Hoe konden we sportief verbeteren? Hoe kon de begroting op een hoger plan komen? Ambitie, beleving en succes, zo stelde hij, daar draait het om.
In het laatste clubblad van dat seizoen schreef de voorzitter in zijn vaste column in het clubblad over de ambities van de club. Hij verwees naar de vele talenten die bij ODIN ’59 waren opgeleid, maar nu voor andere verenigingen speelden. Een hoop geld en moeite investeren voor je concurrenten noemde hij frustrerend en onlogisch. “Het roer moet om, het roer gaat om!”.
Tal van spelers werden benaderd om terug te keren bij ODIN ’59. De sportieve lat moest hoger en daar was geld voor nodig. Letterlijk schreef hij: “Geld is nodig om talenten, die we zelf maken, perspectief te bieden om op zaterdagamateurbasis het hoogste te bereiken.” De ambitie was helder.

Om de ambities zichtbaar te maken werden rond de eerste twee velden lichtmasten geplaatst. Dat gaf extra trainingsmogelijkheden, maar er konden ook meer oefenwedstrijden worden gespeeld.
Ondertussen werden de sportieve ambities al in het eerste jaar concreet. Het eerste team werd, voor het eerst sinds zeventien jaar, kampioen! De ingezette koers bleek succesvol, de sportieve ambities werden nu breed gedragen.
 
Sportief gezien was het een periode met uitersten. Een degradatie en een kampioenschap.
Het seizoen ’90-’91 deed ODIN ’59 lang mee om de strijd voor het kampioenschap, er werd echter twee keer van directe concurrent Lelystad verloren, dus was een tweede plaats het logisch gevolg. Ook de nacompetitie leverde geen promotie op. Het volgende seizoen werd het een derde plaats, maar weer eeb nacompetitie zonder gevolg. Daarna ging het elk jaar wat minder, deelname aan de nacompetitie zat er ook niet meer in. Uiteindelijk leidde het in ’96 tot degradatie, maar zoals boven omschreven, ODIN ’59 bleef in de derde klasse. Ook in die lagere klasse ging het niet echt geweldig. Tot het roer om ging. Het seizoen ’98-’99 werd een bijzonder seizoen. ODIN ’59 werd, na zeventien jaar, kampioen.       
                            
Bijzonder was de laatste wedstrijd, er kwam geen scheidsrechter. Er werd druk gebeld en overlegd, maar een oplssing leek niet voor handen. Jaap van Aanholt deed via Radio Heemskerk een oproep of er misschien een bevoegde scheidsrechter naar de radio luisterde en of die naar het sportpark wilde komen. Het lukte. Scheidsrechter Snijders uit Wijk aan Zee hoorde in zijn auto de oproep en belde dat hij onmiddellijk zou komen. De wedstrijd tegen SMS werd onder zijn leiding door ODIN ’59 met 6-0 gewonnen en daarmee was het kampioenschap en promotie naar de tweede klasse een feit. De start in die klasse was goed te noemen, na vijf overwinningen en drie gelijke spelen werd in de negende wedstrijd voor het eerst verloren. Uiteindelijk werd het een verdienstelijke vijfde plaats.
 
Een voetbaldecennium met twee gezichten. In de beginjaren werd er nog twee keer een periodetitel behaald, zonder dat dat tot promotie leidde, maar daarna kwam er een onrustige periode zonder successen. Tot twee keer toe werd er voortijdig afscheid genomen van een trainer en tot overmaat van ramp degradeerde Odin ’59 voor de tweede keer in haar bestaan.
Langzamerhand ging er iets veranderen bij de club en dat leidde er uiteindelijk toe dat drie jaar na de degradatie het verloren terrein, middels een kampioenschap, goedgemaakt kon worden. Vervolgens manifesteerde ODIN ’59 zich goed in de tweede klasse.

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!