Na debuut Derde Divisie toewerken naar klassebehoud
Interview met ODIN’59-hoofdtrainer Richard Plug.
Vandaag een interview met ODIN’59 hoofdtrainer Richard Plug. Hij is alweer begonnen aan zijn derde seizoen bij de Heemskerkse Derde Divisionist op de zaterdag. Ondanks de moeilijke competitiestart mikt de sympathieke trainer-coach uit IJmuiden op klassebehoud voor de Geelblauwen en vooral op meer gescoorde doelpunten. Een trainer die breder naar mensen kijkt dan alleen de voetbalkant.
ODIN’59 bleef behouden voor de Derde Divisie. ODIN 2 reikte net naast de KNVB-districtsbeker. De laatste wedstrijd van het eerste was spannend tot de treffer van Jeffrey Klijbroek met een formidabele volley aan alle twijfels een einde maakte.
De afgelopen 2 seizoenen van Plug bij ODIN’59 zijn goed verlopen met mooie wedstrijden maar ook moeizame fases in de competitie. Het behoud in de Derde Divisie afgelopen seizoen werd bijna net zo gevierd als het kampioenschap van het jaar daarvóór. Dat is natuurlijk mede de verdienste van de trainer. Je wordt uiteindelijk afgerekend op het resultaat en hoe de relatie is met de groep.
Vraaggesprek:
Vanaf de oefenwedstrijd thuis tegen FC Lisse voor de competitie had ik de indruk dat ODIN’59 dit seizoen in de breedte sterker was geworden met de jongens die gebleven zijn en de nieuwe spelers? Vind jij dit ook als trainer?
Richard Plug: Dat zou best weleens kunnen. Het is nu ook de bedoeling dat we ook in de wedstrijd het juiste moment kiezen voor de diepte. Kijk, vorig seizoen had ik Eelke de Graaf als spits, die ik graag had meegenomen, als ik naar een andere club was gegaan als trainer. Hij kan in de spits zowel met de kont naar de goal van de tegenstander voetballen als ook met zijn gezicht naar het doel. Op dit moment hebben we spitsen die meer moeten komen bijvoorbeeld door een rush. Als de scherpte dan ontbreekt of balverlies wordt geleden dan kan dat funest zijn in de omschakeling. Ook is er (nog?) te weinig scherpte wat betreft het benutten van kansen.
Is dan het scoren de enige makke?
Luister, we creëren kansen en dat is goed, anders kun je niet scoren. Maar ze moeten wel benut worden. Scoren kan via een individuele actie en dat geeft zelfvertrouwen. Maar scoren kan ook via de zijkanten met een voorzet waar een spits alleen maar tegenaan hoeft te lopen. Maar in dat geval moeten buitenspelers wel langs hun opponent komen en de spits kan zich op de zestien meter positioneren (bijvoorbeeld). Wedstrijden kunnen beslist worden door individuele klasse van Hardenberg of Klijbroek zoals bijvoorbeeld in de laatste wedstrijd vorig seizoen tegen Ter Leede maar doelpunten ontstaan ook door een goede samenwerking van de spelers.
Heb je altijd een voorkeur voor een 1-4-3-3 systeem?
Neen, dat hoeft niet. Het is vaak puzzelen. Hangt ook van de tegenstander af. De wedstrijd vorig seizoen uit tegen ASWH wonnen we met 1-3 omdat we ons systeem aanpasten aan de sterkte van de tegenstander (1-3-5-2).
Heb je alles duidelijk qua opstelling dit seizoen?
Achterin en het middenveld is in principe duidelijk. De voorhoede nog niet. Zoals gezegd: er moet (zelf)vertrouwen ontstaan. Voor de nummer 9-positie heb ik na het vertrek van Eelke het oog laten vallen op Levy van Nispen, Thom de Vries, Jason Stekkel of Lester Half.
Wat is je ambitie dit seizoen?
Klassenbehoud is ons grootste streven. Het neerzetten van een ploeg waar het ODIN-publiek zich in herkent. Daarnaast is een andere ambitie om talenten verder te ontwikkelen en beter te maken.
Niet de middenmoot?
Dat zou mooi zijn. Maar de spelers moeten het laten zien. De 3e Divisie is minder mooi geworden zonder clubs zoals Rijnsburgse Boys en IJsselmeervogels maar niet minder moeilijk. We zijn 3 wedstrijden onderweg: we hadden op 6 punten moeten staan.
Doordat de selectie breed is zul je weleens boze gezichten zien bij de spelers. Hoe ga je daarmee om?
Ik probeer eerlijk en duidelijk te zijn. Dat is een kwaliteit maar ook een valkuil. Ik neem de spelers serieus. De deur staat voor een speler open, wanneer nodig. Ik lijk autoritair maar als een speler me van zijn gelijk kan overtuigen dan ‘buig’ ik. Ik heb altijd contact met de sterkhouders van het team over zaken. Soms kan ik tegen de verwachting een besluit nemen omdat ik dat tactisch beter vind.
Zijn er ook trainers die je aanspreken bijvoorbeeld in het profvoetbal?
Neen niet echt. Ik blijf het liefst zo dicht mogelijk bij mezelf. Ik weet dat ik weleens te emotioneel reageer langs het veld. Maar ik denk dat de ploeg meer heeft aan zo’n trainer dan eentje die muisstil op de bank zit. Toch merk dat ik me herken in trainers van vroeger toen ik zelf prof was. Simon Kistenmaker bijvoorbeeld heb ik tijdens mijn voetbalcarriere verafschuwd. Ik heb echter zijn boek in één keer uitgelezen en merk tijdens het lezen op dat ik zelf ook kenmerken heb als trainer die ik als speler verafschuwde. Zo zie je maar. Je kunt als speler ruzie hebben met een trainer maar je neemt wel dingen van hem over. Die trainer van Liverpool zou ik niet willen zijn, ook al is hij tactisch, op de training of qua teambuilding nog zo goed. Nu je het vraagt: Robert Verbeek vond ik goed en bijvoorbeeld ook Bert van Marwijk.
Maar Van Marwijk zegt ook “als er door het team de afspraken niet goed worden uitgevoerd word ik luider vanaf de bank”.
OK. Hoe beter het team de afspraken uitvoert in het veld, hoe rustiger qua coaching de trainer is op de bank. Van Gaal bewonder ik om wat hij als trainer heeft gepresteerd. Met zijn presentaties zou ik niet willen ruilen. Ik zie mezelf nooit graag terug in interviews. Dat schijnt normaal te zijn want veel spelers en trainers zien zichzelf niet graag terug via opnames.
Verder
We trainen hard. De supporters hebben recht op goed voetbal en resultaten, maar ze moeten niet klagen als de spelers alles hebben gegeven. Wel als de inzet onvoldoende is geweest. Verder is naast inzet van spelers ook belangrijk slimmer te zijn dan je tegenstander.
Richard bedankt voor het interview en succes met en bij ODIN’59
Afz.:De ODIN'59-redactie.
